Men kan dan ook gerust stellen, dat een balk met dubbele messen ook bij
relatief hoge snelheden nog goed werk zal leveren. Het is in moeilijke
gewassen nodig per gereden meter 10 krukasomwentelingen te hebben. Dit
betekent, dat ook dan nog met een snelheid van meer dan 8 km per uur kan
worden gereden. aandrijving De krukas ligt met het oog op een voldoende vrije ruimte meestal hoger dan de meskop. Dit heeft tot gevolg, dat er op de meskop niet alleen horizontale, maar ook verticale krachten werken, krachten die het mes bij de heengaande slag tegen de vingerbalk drukken en het mes bij de teruggaande slag proberen op te lichten, fig. 15. Deze krachten hebben vooral bij hogere toerentallen een vergrote slijtage tot gevolg. Verschillende fabrikanten brengen maaibalken in de handel, waarbij de drijfstang de meskop via een tuimelaar en een tweede drijfstang aandrijft, fig. 16. Er treden dan veel kleinere verticale krachten op, terwijl de balk, omdat het draaipunt van de drijfstang vlak bij de scharnieras van de balk ligt, ook schuin naar beneden en schuin naar boven nog kan werken. Bij taludmaaiers en hegknippers valt de krukas samen met de scharnieras en kan de balk in elke stand werken. Hierbij kan zowel een mechanische als een hydraulische aandrijving worden toegepast. In het eerste geval is er een snaarschijf, in het tweede geval een hydromotor op de krukas bevestigd.
|
fig. 14-VIII fig. 16-VIII |
vorige pagina <<< Inhoud >>> volgende pagina