CURSUS LANDBOUWTREKKERS
HOOFDSTUK II — TREKKERMOTOREN
Bij het vullen van de cilinder en het uitdrijven der verbrande gassen van de vorige werkslag bewegen de gassen zich steeds in één richting nl. van beneden naar boven. Dit is de reden dat dit systeem langsspoeling genoemd wordt.
Tegelijk met de nokkenas , die bij dit type evenveel omwentelingen maakt als de krukas, is nog een aangedreven as ingebouwd (fig. 3), waarmede de motor geheel uitgebalanceerd wordt.
Behalve de nokken van de uitlaatkleppen bevinden zich op de nokkenas ook nog de nokken voor bediening van de brandstofpomp, welke één geheel vormt met de verstuiver.
Fig. 4 stelt voor de Normag luchtgekoelde tweetactdieselmotor met spoelpomp.
Met de hoofddrijfstang verbonden is een drijfstang voor aandrijving van de spoelpompzuiger.
De door de spoelpomp via een grote luchtfilter aangezogen lucht passeert een stel verende inlaatkleppen, die dichtgedrukt worden zodra de spoelpomp begint te persen.
Door een kanaal komt deze samengeperste lucht bij de inlaatpoort die gestippeld achter de zuiger zichtbaar is.
Vlak voordat de zuiger het onderste dode punt heeft bereikt wordt de inlaatpoort geopend; de hoger geplaatste uitlaatpoort wordt reeds iets eerder geopend. De spoellucht helpt mee om de uitlaat sneller te doen verlopen, waarbij tevens de cilinder met samengeperste lucht wordt gevuld.
Aangezien de spoellucht bij dit type omhoog gestuwd wordt en de uitlaatgassen onderuit gaan, noemt men dit keerspoeling.
Tenslotte is in fig. 5 de Lanz semidieselmotor afgebeeld die ook volgens het tweetactsysteem met omkeerspoeling werkt en een liggende cilinder heeft.
De lucht wordt hierbij langs verende inlaatkleppen in de gesloten krukkast aangezogen en bij het naar links gaan van de zuiger iets samengeperst door het spoelkanaal boven de zuiger gevoerd. Boven de zuiger zijn ook de uitlaatpoorten aangebracht waarlangs de afgewerkte gassen ontsnappen.
Vragen § 5 en 6:
1. Beschrijf een veel voorkomende trekkermengselmotor die niet in de les genoemd is.
2. Evenzo van een viertactdieselmotor.
3. Idem van een tweetactdieselmotor.
Blad 14 — Zie hierbij Afb. A 6
