CURSUS LANDBOUWTREKKERS

HOOFDSTUK IV — SMERING

Paragraaf 13

INLEIDING

 

Het doel van de smering van de motor is in de eerste plaats de langs elkaar glijdende metaaldelen van elkaar te scheiden door een oliefilm welke metallisch contact en daardoor grote slijtage voorkomt. Behalve om te smeren dient de olie tevens om bepaalde onderdelen (b.v. zuiger, kleppen) af te koelen; ook het afdichten van zuigers, kleppen en andere onderdelen is een taak welke de smeerolie „en passant" op zich neemt. Tenslotte heeft de moderne smeerolie een reinigende taak: de verbrandingsresten, speciaal in dieselmotoren, en de sludge (drab), welke ontstaan als de motor onder te koude omstandigheden werkt, vervuilen de motor zodat de prestaties afnemen. Een van de taken van de smeerolie is dus om dit vuil in zwevende toestand te houden zodat het bij het verversen van de olie mede verwijderd kan worden. Speciaal om deze reinigende werking te kunnen volbrengen wordt aan de smeerolie een of ander chemisch bestanddeel toegevoegd — de zgn. dope.

Het aanpassen van de smeerolie aan de steeds zwaarder wordende eisen van de snellopende benzine- en de dieselmotor is de taak van de grote oliemaatschappijen. Men moet er nu eenmaal op kunnen vertrouwen dat een bepaalde smeerolie geschikt is voor de trekker die men heeft en daarom is het kopen van olie geheel een vertrouwenskwestie. Wel heeft men algemeen geldende aanduidingen in het leven geroepen om de verschillende soorten olie te kunnen onderscheiden. Zo kent men de aanduidingen SAE 10, 20, 30, 40 enz. waarmede de dikte, vloeibaarheid of viscositeit worden aangeduid. Een laag SAE nummer betekent een dunne olie. Tijdens het starten, dus bij een koude motor is de olie op zijn dikst. Een oliesoort welke bij verhitting erg dun wordt heeft een lage viscositeitsindex. Tegenwoordig gebruikt men graag oliën met een hoge viscositeitsindex: de zgn. multigrade oliën. Deze zijn dun vloeibaar (SAE 20) en geven bij het starten weinig startslijtage , maar worden tijdens het lopen van de motor, bij hoge temperatuur dus, niet zo dun dat de oliefilm tussen zuiger en cilinder en op andere plaatsen weggedrukt wordt.

De indeling van de olie volgens bestemming vond tot voor enkele jaren in drie soorten plaats, n.l. regular olie: gewone ongedoopte olie voor petroleum- en benzinemotoren; premium olie: licht gedoopte olie voor benzine­motoren en heavy duty olie: zwaar gedoopte olie voor dieselmotoren. Tegenwoordig geldt de indeling M en D : M voor petroleum- en benzinemotoren en D voor dieselmotoren.

Er is een extra onderscheiding gemaakt voor de wijze waarop de motor gebruikt wordt nl.: M.L. = Light = licht werk.

M.M. = Moderate = middelzwaar werk.

M.S. = Severe = zwaar werk.

Voor de dieselolie geldt de volgende onderscheiding:

D.G. = General = gemiddeld werk en

D.S. = Severe = zwaar werk.

Op de bussen staat meestal For Service en daarachter b.v. M.M. of D.S. en vervolgens SAE 10, 20, 30, enz. Behalve smeerolie voor de motor bestaan er vanzelfsprekend nog talloze oliën en vetten voor de smering van de verdere onderdelen van de trekker en de werktuigen die erbij behoren.

 

Blad 32

 

Blad 31           Blad 33

Inhoudsopgave

 





Copyright © Gerard Hoogendoorn 2000-2010