CURSUS LANDBOUWTREKKERS

HOOFDSTUK I — WIELTREKKERS

 

De remtrommels zitten aan de buitenkant van de trekker op de differentieelassen.

De stuurinrichting is uitgevoerd met hydraulische bediening. De pomp hiervan wordt aangedreven door de ventilatoras. Aan de as van de stuurworm is een regelschuif verbonden die de olietoevoer naar de stuurcilinder regelt; de stuurcilinder beweegt de voorwielen naar links of rechts. De voorwielen zijn niet op een vaste as geplaatst, doch kunnen door een bijzondere constructie oneffenheden in het land afzonderlijk volgen. De achterassen zijn als tandheugels uitgevoerd, zodat de wielen door middel van een bout met een tandwieltje traploos verstelbaar zijn. Een konische klembus zorgt voor een vaste verbinding met de as tijdens het werk.

Aan de achterkant van de trekker bevindt zich de aftakas alsmede een opgebouwde hydraulische hefinrichting met driepuntsbevestiging; er zijn tevens aansluitingen voor afzonderlijke hefdrukcilinders waarmede getrokken werktuigen bediend kunnen worden.

De maat van de achterbanden van dit type trekkers is 11, 12 of 13 — 38 ", de spoorbreedte is verstelbaar van 1,42—2,23 m.

 

 

 

 

 

 

 

 

Blad 7 Zie hierbij Afb. A 2

 

Blad 6           Blad 8

Inhoudsopgave

 





Copyright © Gerard Hoogendoorn 2000-2010