CURSUS LANDBOUWTREKKERS

HOOFDSTUK I — WIELTREKKERS

 

Paragraaf 4

DIESELTREKKERTYPEN (Afb. A 3)

 

In fig. 1 is een 15 pk Deutz -trekker afgebeeld. Deze trekker heeft een ééncilinder kopklepmotor welke luchtgekoeld is. Boven de geveerde vooras 1 is de accu geplaatst en daarboven de oliebad luchtfilter 2a; een radiator ontbreekt vanzelfsprekend.

De koelluchtventilator 2 wordt door een V-snaar van de krukas af versneld aangedreven, zodat een sterke luchtstroom langs de koelribben van de cilinder en de cilinderkop wordt geblazen.

De krukas is gelagerd op twee rollenlagers, waarvan de ene vast is en de andere enige axiale verschuiving toelaat.

Een oliepomp om een excentriek op de voorzijde van de krukas aangebracht, zuigt de olie uit het carter door een zeef 13 en perst de olie naar de te smeren plaatsen.

Aan de achterzijde van de krukas (vlak vóór het vliegwiel) bevinden zich de distributietandwielen voor de klepbediening.

Deze ééncilindermotor is met een zwaar vliegwiel 14 uitgevoerd. Hiertegen sluit de koppelingplaat 15 aan, welke door middel van het voetpedaal 3 bediend wordt; met de rempedalen 4 kan men de wielremmen bedienen. Op de bovenste as van de versnellingsbak 17 zijn verschillende tandwielen schuifbaar aangebracht, welke door de versnellingshandel 5 bewogen kunnen worden. Via de tweede as wordt het differentieel 11 tussen de wielassen 9 aangedreven. Achter deze tweede as bevindt zich de klauwkoppeling 8 waarmede aftakas 10 in en uit het werk gesteld wordt. As 16, onder de versnellingsbak gelegen, dient voor aandrijving van een maaibalk; de inschakeling hiervan kan met de hefboom 6 geschieden. Onder de zitting is een hydraulische schokbreker 7 aangebracht. Aan de achterkant bevindt zich een trekpen voor aankoppeling van transportwerktuigen en een lager geplaatste trekhaak 12 voor het trekken van werktuigen.

De trekker kan uitgerust worden met een hydraulische hefinrichting. De spoorbreedte van deze trekker is verstelbaar van 1,25 m tot 1,50 m door het omzetten van de wielen. De bandenmaat is 8 — 32 " of 10 — 28 ".

In fig. 2 is de Duitse Güldner-trekker type ADN afgebeeld. Hierbij is een tweecilinder watergekoelde dieselmotor, waarvan de krukas wordt ondersteund door rollenlagers, toegepast.

Op het voorste eind van de krukas zijn twee V-snaarschijven aangebracht. De eerste snaarschijf dient voor het aandrijven van verschillende werktuigen (o.a. pomp of maaibalk), de tweede voor het aandrijven van de koelwatercirculatiepomp, de ventilator en de dynamo. De dynamo is scharnierend opgehangen, waardoor de snaar gespannen kan worden. Voor de radiator is de accu geplaatst.

Elk voorwiel is verbonden aan een halve vooras; deze helften kunnen midden onder de trekker scharnieren om een pen, welke tevens als trekhaak is ingericht.

Achter het vliegwiel en koppelinghuis is het frame omhoog gebogen, waardoor een grote ruimte ontstaat voor aanbouwwerktuigen (wiedbalk). Tussen de koppeling en de versnellingsbak bevindt zich een vrij lange tussenas, waarmede ook de hydraulische pomp wordt aangedreven. Door de onderste as van de versnellingsbak wordt de aftakas aangedreven. Achter aan de trekker bevinden zich een trekbeugel en een trekhaak. De spoorbreedte van deze trekker is verstelbaar van 1,25—1,42 m. De bandenmaat is 8 — 24 ", 7 — 30 " of 8 — 32 ".

 

 

Blad 8 Zie hierbij Afb. A 3

 

Blad 7           Blad 9

Inhoudsopgave

 





Copyright © Gerard Hoogendoorn 2000-2010