CURSUS LANDBOUWTREKKERS
HOOFDSTUK I — WIELTREKKERS
In fig. 3 is de Engelse Fordson Major-dieseltrekker afgebeeld. De motor hiervan is een watergekoelde viercilinder kopklepmotor waarvan de krukas 3 vijfmaal gelagerd is. De cilinders zijn uitgevoerd met natte voeringen 6; no. 7 is het kopklepmechanisme. De smering wordt verzorgd door een druksmeersysteem met oliepomp 4; het koelsysteem 8 werkt met een geringe overdruk en verder met een pomp en een thermostaat.
Vóór de radiator zijn verstelbare jaloezieën 5 aangebracht. De luchtfilter is uitgevoerd met een oliebad 9 voor het tegenhouden van fijn stof. De koppeling 1 is van het enkelvoudige droge plaattype; de versnellingsbak 20 heeft twee hefbomen: de eerste (11) bedient de hoge en lage overbrenging en de tweede (12) de drie versnellingen vooruit en één achteruit. In totaal heeft deze trekker dus 6 versnellingen vooruit en 2 achteruit. De aftakas 18 draagt tevens zorg voor de aandrijving van de hydraulische pomp 17, welke de hefcilinder 15 bedient. De hefarmen brengen de beweging van de cilinder via verbindingsstangen, waarvan de rechtse 16 verstelbaar is, over op de trekarmen, waarmede de aanbouwwerktuigen voortgetrokken worden.
De stuurworm 10 is voorzien van kogels, waardoor de trekker gemakkelijk bestuurbaar is.
De zitting 14 is verend op rubber uitgevoerd; op het instrumentenbord 13 bevinden zich de meetinstrumenten en de bedieningsknoppen.
De vooras 2 kan versteld worden zodat de spoorbreedte varieert van 1,27—1,87 m met trappen van 10 cm.
De achterwielen zijn uitgevoerd met 11 — 36 " of met 14 — 30 " banden; de spoorbreedte is verstelbaar van 1,32—1,82 m, eveneens in trappen van 10 cm. De zwevende trekhaak 19 is in hoogte en breedte verstelbaar.
Vragen § 3 en 4:
1. Geef een beschrijving van een veel voorkomende petroleumtrekker, die niet in de les genoemd is.
2. Evenzo van een veel voorkomende dieseltrekker.
Blad 9 — Zie hierbij Afb. A 3
|
Copyright © Gerard Hoogendoorn 2000-2010 |