CURSUS LANDBOUWTREKKERS

DE ROTERENDE BRANDSTOFPOMP

 

Doordat er minder brandstof bij de pompplunjers aanwezig is, zullen deze later gaan persen. Hierdoor ontstaat een verlate inspuiting, die gunstig is voor de goede werking van de motor.

 

Vervroegen van de inspuiting

Het vervroegen of verlaten van de inspuiting van de pompplunjers is onvoldoende om een juist inspuitmoment bij een bepaald toerental te verkrijgen. Daarom heeft men een servo-mechanisme aangebracht zoals is afgebeeld in fig. 3 afb. B 45 c.

Dit mechanisme bestaat uit een zuiger B waarin een kogelbout A past. De kogelbout is in de nokkenring C bevestigd, die draaibaar in het huis D gemonteerd is.

Aan de rechterkant van zuiger B bevinden zich twee veren, terwijl aan de linkerzijde van B de oliedruk van de stuwpomp heerst. Bij toenemend toerental zal de stuwpompdruk ook gaan toenemen. De zuiger B beweegt hierdoor naar rechts en de nokkenring zal tegen de draairichting in verdraaien, waardoor het inspuitmoment vervroegd wordt. De mate van vervroeging is afhankelijk van de capaciteit van de veren. Bij stilstaande motor staat zuiger B geheel naar links. Tijdens het starten ontstaat dus een verlate inspuiting.

 

De drukregulateur

Voor de goede werking van de hydraulische regulateur en het servo-mechanisme is een juiste stuwpompdruk bij een bepaald toerental van belang. Om hieraan te kunnen voldoen heeft men een drukregulateur volgens fig .4 aangebracht. Deze doet tevens dienst als kortsluitventiel tijdens het ontluchten.

Kanaal D staat in verbinding met de inlaatzijde van de stuwpomp en kanaal C met de perszijde van deze pomp.

E en B zijn veren en A is een plunjer.

Tijdens het ontluchten pompt men met het handpompje olie naar de inlaatzijde van de stuwpomp en vervolgens naar de drukregulateur. De olie komt binnen bij kanaal D. Plunjer A wordt nu door de oliedruk tegen de druk van veer B in naar links bewogen, totdat kanaal C vrij komt. Dit kanaal staat in verbinding met de perszijde van de stuwpomp (zie gestippelde kanaal onder de regulateur) zodat nu ook brandstof aan de perszijde kan komen en men dus volledig kan ontluchten.

Men dient hierbij de krukas wel te draaien.

Na het ontluchten drukt veer B de plunjer weer terug zodat kanaal C weer afgesloten wordt.

Indien de motor loopt wordt plunjer A door de oliedruk aan de perszijde van de stuwpomp naar rechts gedrukt tegen de druk van veer E in, totdat kanaal D gedeeltelijk vrij komt en de overtollige olie terug kan stromen naar de inlaatzijde van de stuwpomp.

 

 

 

 

 

Blad 80d — Zie hierbij Afb. B 45c

 

Blad 80c           Blad 81

Inhoudsopgave

 





Copyright © Gerard Hoogendoorn 2000-2010