CURSUS LANDBOUWTREKKERS

HOOFDSTUK X — KOELING

 

Dit systeem is in fig. 7a en b afgebeeld. Fig. 7a geeft de stand weer als de motor koud is en de thermostaat dus gesloten. De thermostaat van dit systeem heeft geen klep, zoals die van fig. 4, maar een ronde holle schuif. Als de motor koud is kan het water, dat door de pomp in beweging wordt gebracht, langs de thermostaat, door de schuif en via de opening welke de schuif vrijlaat naar de pomp gaan. In fig. 7b is het systeem volledig getekend. Wordt het water warm dan gaat de thermostaat uitzetten en beweegt zich de schuif omhoog. Hierdoor wordt de opening van de rondloopleiding naar de pomp afgesloten (rechts bovenaan fig. b) en de opening naar de radiator (links bovenaan) door de schuif geopend.

Om een goede controle te hebben op de temperatuur van de motor (en dit is vooral bij petroleummotoren van belang) gebruikt men een temperatuurmeter . De plaats waar de temperatuurmeter aangebracht wordt dient, wanneer ook een thermostaat is toegepast, met overleg te worden bepaald. De juiste plaats is, zoals in fig. 8 is aangegeven, niet achter de thermostaat maar er voor. De reden hiervan is dat men, bij weigering van de thermostaat, toch een goede controle op de temperatuur in de motor heeft. Dit is niet het geval als de temperatuurmeter achter de thermostaat is aangebracht.

 

 

Vragen § 44 en 45.

1. Waarom moet een motor worden gekoeld?

2. Hoeveel procent van de in de brandstof aanwezige warmte gaat door koeling verloren bij een benzinemotor?

3. Wat is het rendement van een benzinemotor?

4. Wat is het rendement van een petroleummotor en wat van een dieselmotor?

5. Beschrijf de werking van de thermosifoonkoeling.

6. Wat is geforceerde koeling?

7. Wat is koeling onder druk?

8. Hoe zien de radiatordop en de overlooppijp er uit bij koeling onder druk? Maak een schets.

9. Hoe kan men de temperatuur van het koelwater regelen?

10. Beschrijf en schets de werking van de Farmall-thermostaat.

11. Waar plaatst men de temperatuurmeter ten opzichte van de thermostaat en waarom?

 

 

 

 

 

 

Blad 88 — Zie hierbij Afb. A 48 en A 49

 

Blad 87           Blad 89

Inhoudsopgave

 





Copyright © Gerard Hoogendoorn 2000-2010