CURSUS LANDBOUWTREKKERS

HOOFDSTUK XI — ELEKTRISCHE INSTALLATIE

 

Wordt het anker dan getrokken dan gaan de contactpunten open en krijgt de veldwikkeling zijn voeding via de weerstand waardoor het veld wordt afgezwakt en het vermogen van de dynamo terugloopt .

Dit gaat steeds op en neer en daarom zullen de punten van de regelaar een trillende beweging maken. De punten van de automaat staan steeds stijf op elkaar (fig. 8) en gaan pas open als de dynamo beneden een bepaald aantal toeren komt (fig. 7) of geheel stil staat waardoor de accuspanning groter wordt dan de dynamospanning .

De stroomrichting zal dan in de stroomspoel tegengesteld gaan lopen. Als de stroomrichting omgekeerd wordt gaat ook het magnetisch veld veranderen . Het valt dus even weg en op dat moment trekt de veer de punten open zodat de stroom niet van de accu naar de dynamo kan vloeien. De stroomrichting in de spanningsspoel blijft echter gelijk en hier zal het geïnduceerde magnetisch veld niet veranderen. Even later zal de stroomsterkte echter zover gedaald zijn dat de weekijzeren kern niet meer in staat is het anker aan te trekken. De veer trekt de contactpunten weer dicht en de stroom gaat nu weer rechtstreeks naar de veldspoelen.

 

 

Vragen § 50.

 

1. Waarom is regeling van de spanning en stroomsterkte van een dynamo nodig?

2. Verklaar de werking van de drieborsteldynamo.

3. Is hierbij ook een automaat nodig en waarom?

4. Wat zijn de nadelen van de drieborsteldynamo?

5. Kan men nog invloed op de laadstroom van deze dynamo uitoefenen en hoe?

6. Schets en beschrijf de werking van de automaat.

7. Idem van een spanningsregelaar?

8. Wat zijn de gevolgen van een defecte automaat en wat van een slechtwerkende spanningsregelaar?

 

 

 

 

 

 

 

Blad 99 Zie hierbij Afb. A 53

 

Blad 98           Blad 100

Inhoudsopgave

 





Copyright © Gerard Hoogendoorn 2000-2010