CURSUS LANDBOUWTREKKERS

HOOFDSTUK XVI — VERSNELLINGSBAKKEN

 

Vanaf de koppelingsas A gaat de krachtoverbrenging via tandwiel 1, dat gekoppeld is aan 2 naar tandwiel 4 dat tandwiel 8 aandrijft. Bij de derde versnelling maakt men bij de krachtoverbrenging alleen gebruik van de tandwielen 1 en 5 welke bijna gelijk zijn, zodat vrijwel geen vertraging, maar wel een hoge rijsnelheid verkregen wordt. Hierbij wordt tandwiel 7 in 8 geschoven en dus de pionas vanaf de as B aangedreven. Om de versnelling achteruit in te schakelen maakt men gebruik van het achteruittussentandwiel 9.

Tandwiel 1 drijft nu weer 5 aan, dat gekoppeld wordt aan 6 en via 9 het tandwiel 2 op de as C aandrijft, waarna tandwiel 4, dat evenals 2 in tegengestelde richting draait ook tandwiel 8 met dubbele vertraging achteruit doet draaien.

Bij de versnellingsbak van de nieuwe Fordson Major (fig. 2) is voor de gebruikelijke versnellingsbak nog een extra vertraging mogelijk, waardoor het aantal snelheden verdubbeld kan worden.

Ook door deze vertraging in te bouwen in de oude typen kan men hiermee zes versnellingen vooruit en twee achteruit krijgen.

Met de kleine hefboom omhoog gehaald schakelt men de onderste klauwkoppeling in. Met het andere versnellingshandel kan men nu de laag gelegen snelheden inschakelen.

Drukt men de kleine hefboom omlaag, dan kunnen de andere versnellingen met een hoog aantal km/uur ingeschakeld worden, omdat nu de onderste klauwkoppeling uit- en de bovenste ingeschakeld wordt. De extra vertraging wordt hierdoor uitgeschakeld.

De krachtoverbrenging zal nu in het kort worden aangegeven. (Zie ook fig. 1).

 

Eerste versnelling. Voordrijfwerk ingeschakeld, via onderste klauwkoppeling gaat de kracht over tandwiel 7 naar 3, dat verbonden is aan 4, hetwelk grijpt in 8, zodat er drie vertragingen ingeschakeld zijn en een lage snelheid verkregen kan worden.

Tweede versnelling. Voordrijfwerk en onderste klauwkoppeling ingeschakeld. Kracht gaat via tandwielen 5 en 1 naar as C, omdat tandwiel 2 in 1 geschoven is. Tandwiel 4 drijft tenslotte 8 aan en daarmee as D. Deze aandrijving komt dus als men 1 en 5 evengroot rekent neer op de tweede versnelling fig. 1 met voorvertraging.

Derde versnelling. De kleine hefboom staat nu naar beneden, het voordrijfwerk is dus uitgeschakeld en de bovenste klauwkoppeling ingeschakeld. De overbrenging komt precies overeen met de eerste versnelling, fig. 1.

Vierde versnelling. Voordrijfwerk uitgeschakeld. Krachtoverbrenging komt overeen met tweede versnelling fig. 1.

Vijfde versnelling. Voordrijfwerk ingeschakeld, onderste klauwkoppeling in, bovenste uit. Krachtoverbrenging via as B op D door koppeling van de tandwielen 7 en 8.

Zesde versnelling. Voordrijfwerk uitgeschakeld, bovenste klauwkoppeling in. Via 1 en 5 wordt as B aangedreven en door koppeling van tandwiel 7 aan 8 de pianoas D. Dit komt dus weer overeen met de derde versnelling fig. 1.

Lage achteruit. Voordrijfwerk ingeschakeld. Tandwielen 5 en 6 gekoppeld, via 9 wordt 2 aangedreven met tegengestelde draairichting. Tandwielen 3 en 4 gekoppeld, waarvan 4 tandwiel 8 op as D aandrijft.

Hoge achteruit. Voordrijfwerk uitgeschakeld. Verdere aandrijving komt geheel overeen met de achteruit van fig. 1.

Het tandwiel naast de onderste klauwkoppeling kan weer via een tussentandwiel dienst doen voor aandrijving van de aftakas. In fig. 3 is de tandwielkast met versnelling van de Lanz Bulldog getekend.

 

 

Blad 161 — Zie hierbij Afb. A 81

 

Blad 160           Blad 162

Inhoudsopgave

 





Copyright © Gerard Hoogendoorn 2000-2010