CURSUS LANDBOUWTREKKERS

HOOFDSTUK XXI — HULPORGANEN AAN DE WIELEN

 

Paragraaf 82

DRUKVERMINDERING (Afb. A 98)

 

Het toepassen van kooi - of korfwielen ter vermindering van de wieldruk wordt toegepast bij het voorjaarswerk om het land zaaiklaar te maken. Door het toepassen van kooi- of korfwielen wordt geen doorlopend wielspoor verkregen, zoals dat bij luchtbanden het geval is, waardoor de losse grond weer wordt vastgedrukt. Ook wordt het wegzakken grotendeels voorkomen en treedt er minder slip op bij gebruik van kooiwielen. In fig. 8 is een kooiwiel afgebeeld met snelsluiting. Het kooiwiel is opgebouwd uit een binnen- en buitenring waarop schuin verlopende pijpen zijn gelast.

Door de spijlen schuin aan te brengen en wel zo dat de einden elkaar overlappen wordt het schokken tijdens het rijden tegengegaan. Dwarsstaven van pijp bezitten het voordeel t.o.v. hoekstalen staven dat ze minder grond opnemen (stuiven) en dat bij verplegingswerk de planten minder worden beschadigd.

De snelsluiting (centrale bevestiging) bespaart veel werk bij het af- en aanmonteren.

Een ring passend in de velgrand houdt het kooiwiel op z'n plaats. Kooiwielen moeten steeds iets groter zijn dan de band.

Bij het gebruik van korfwielen (fig. 9) worden de banden verwijderd en wielen aangebracht die meestal breder zijn dan normale kooiwielen naast de band.

De breedte van kooiwielen varieert van 35 tot 50 cm en die van korfwielen 45—70 cm.

Het gebruik van enkel korfwielen is ideaal voor de structuur van de grond doch geeft moeilijkheden bij het rijden over de verharde weg.

 

 

 

 

 

 

 

Blad 188 — Zie hierbij Afb. A 98

 

Blad 187           Blad 189

Inhoudsopgave

 





Copyright © Gerard Hoogendoorn 2000-2010