CURSUS LANDBOUWTREKKERS
HOOFDSTUK XXIII — TREK- EN HEFINRICHTINGEN
Paragraaf 92
CASE VA HEFINRICHTING (Afb. A 109)
De pomp is hierbij onder de riemschijfas geplaatst (fig. 1) en wordt door middel van nokken aangedreven.
Het inwerkingstellen van de hefinrichting heeft hierbij plaats door middel van een instelhandel aan de stuurkolom, dat met een instelstang verbonden is aan de instelplaat van de pomp.
Door de opening van de oliecontroleplug kan het riemschijfhuis gevuld worden met 2,8 1 schone olie met een viscositeit S.A.E. 10. Op de peilstift is een merk aangebracht waardoor men de juiste stand van de olie af kan lezen.
Door het indraaien van de instelschroef kan men desgewenst de aandrijving van de pomp uitschakelen (zie fig. 1, afb. A 110).
Tot op zekere hoogte is de werking van de hydraulische pomp te vergelijken met de reeds besproken brandstof pomp van een dieselmotor; ook hierbij mag geen lucht in het systeem voorkomen; voor het ontluchten is een ontluchtingskraan aanwezig.
De hydraulische pomp is onder het riemschijfhuis geplaatst en krijgt daaruit de olie toegevoerd door de inlaatleiding. De riemschijfas is van een beschermkap voorzien.
De hefcilinder is naast het trekkerframe aangebracht (zie fig. 2). De hefcilinder is draaibaar om een pen, terwijl de zuiger hiervan verbonden is aan de hefarmen (zie ook fig. 1).
Door een hogedrukslang kan de olie vanuit de hydraulische pomp naar de hefcilinder worden gevoerd, waardoor de zuiger de hefarmen naar voren beweegt. Voor het terugbrengen van de zuiger in de cilinder zijn een terugtrekveer en een terugtrekstang aangebracht.
Door dit terugtrekken wordt de olie uit de hefcilinder weer naar de pomp geperst.
In fig. 2 van afb. A 110 is de werking van dit pomptype afgebeeld, doch om een duidelijk beeld van iedere functie te krijgen zijn in fig. 3—6 van afb. 109 schema's getekend van de werking.
Opheffen (fig. 3, afb. A 109)
Om een aan de hefarmen verbonden werktuig op te kunnen heffen door middel van de hefcilinder drukt men de instelhandel naar voren. De regelas draait daardoor naar links, waardoor ook de toevoerschijf naar links verplaatst wordt.
Bij de uitgaande slag van de plunjer gaat de zuigklep open, zodat de olie vanuit het reservoir in de plunjerkamer kan komen.
Bij de ingaande slag van de plunjer sluit de zuigklep af en wordt de persklep open gedrukt; de samengeperste olie wordt dan door de hogedrukslang naar de hefcilinder geperst.
Topstand (fig. 4, afb. A 109)
Wanneer het werktuig in de hoogste stand is aangekomen, is ook de hefzuiger aan het eind van de cilinder en loopt de druk van de olie snel op. De werking van de pomp moet nu worden uitgeschakeld; dit komt tot stand doordat de terugloopklep zich opent.
Blad 203 — Zie hierbij Afb. A 109
