CURSUS LANDBOUWTREKKERS

HOOFDSTUK XXIII — TREK- EN HEFINRICHTINGEN

 

Instelplaat en as behoeven normaal niet gedemonteerd te worden, tenzij er hierbij verbogen en gebroken onderdelen voorkomen. Het pomphuis en de nu vrijgekomen onderdelen moet men eerst met benzine schoonmaken en met lucht droogblazen. Daarna kan men de plug (fig. 10) losdraaien.

Na de pomp omgekeerd in de bankschroef te hebben geplaatst kan men de terugloopkogelzitting met een 1/4 " zachtstalen pen lostikken. Een kleinere maat pen of één van hard materiaal zou de zitting kunnen beschadigen.

De controle van de kogelkamer (fig. 12) kan plaatsvinden door het met olie vullen van de plunjervoeringen; lekt er geen olie uit, dan is de afdichting nog goed. Laten de kleppen olie door, dan moet de pomp opgestuurd worden omdat deze afdichting niet gemakkelijk vernieuwd kan worden.

Voordat men met de montage begint, controleert men eerst alle zittingen en kleppen op beschadigingen en scheurtjes en vernieuwt men beschadigde onderdelen. Het aanbrengen van de terugloopklepzitting is in fig. 13 aangegeven. Met gebruikt hiervoor weer een 1/4 " zachtstalen pen. Daarna draait men de pomp om en klemt hem in de stand van fig. 14 in de schroef. Voor de montage van het toevoerterugloopventiel draait men de instelplaat naar beneden en laat het ventiel zakken. Daarna kan men de plug weer indraaien, waarna deze goed vastgedraaid wordt. Draait men nu de instelplaat naar boven, dan kan men na het inbrengen van de kogel ook het terugloopventiel aanbrengen (zie fig. 15).

Nu kan men de pakking en de veer weer op zijn plaats brengen, waarbij men er op dient te letten, dat het juiste aantal ringen in de plug aanwezig is. Door een groter aantal ringen zal de druk hoger oplopen en de hogedrukslang beschadigd kunnen worden.

Voor het aanbrengen van de afsluitkogels (fig. 16) legt men de pomp vlak neer en laat de kogels in de openingen vallen.

Daarna worden ze met een tikje op een zachtstalen pen op hun plaats gebracht. Vervolgens kunnen veren, ringen en pluggen weer worden aangebracht. De plunjerveren worden in de voeringen gedaan en de plunjers in de juiste boring aangebracht. De tuimelaars kunnen nu ook worden aangebracht en de tuimelaaras met opsluitring worden ingeschoven, waarna deze wordt geborgd.

 

Controle van de pompdruk (fig. 17)

 

De pomp wordt in deze stand in de bankschroef geklemd en de persopening met olie gevuld.

Daarna sluit men op deze opening een driewegkraan met manometer aan, en laat samengeperste lucht toe met een druk van 4—6 atm.

Na het afsluiten van de luchtdruk moet de manometer op dezelfde druk blijven staan. Is dit niet het geval, dan moet men de kogels nogmaals met een zacht tikje op de zittingen pasmaken. Soms is het nodig dit enige malen te herhalen, totdat de pomp goed afsluit. Is het op deze wijze niet goed te krijgen, dan moet het terugloopventiel vernieuwd worden.

Is alles in orde dan brengt men de pomp weer onder het riemschijfhuis aan, waarbij men er op let dat de pakkingen goed afsluiten. Daarna moet het riemschijfhuis tot het juiste peil met dunne olie worden gevuld en de pomp ontlucht worden.

Het verdient aanbeveling om de pomp iedere zes maanden te demonteren en schoon te maken.

 

 

 

Blad 206 — Zie hierbij Afb. A 111

 

Blad 205           Blad 207

Inhoudsopgave

 





Copyright © Gerard Hoogendoorn 2000-2010