CURSUS LANDBOUWTREKKERS
HOOFDSTUK XXVI BEDIENING, SMERING EN ONDERHOUD VAN TREKKERS
Hiermede voorkomt men storingen van brandstofpomp en verstuivers. Na iedere 60 draaiuren moet het filterhuis afgetapt worden, terwijl de filterelementen na 1000 draaiuren vernieuwd moeten worden. Voor het starten moet het brandstofsysteem ontlucht zijn. Als een benzinestartmotor aanwezig is, gelden hiervoor dezelfde bedieningsvoorschriften als reeds bij de mengselmotoren in grote trekken behandeld zijn.
Men kan wegrijden zodra de motor voldoende warm is gedraaid. De stuurinrichtingen van wiel- en rupstrekkers zijn beide besproken en zullen geen moeilijkheden meer opleveren.
Stopzetten
kan plaats vinden door de brandstofpomp met de regelhefboom op non-actief te zetten.
Vragen § 105 en 106.
1. Noem in het kort de hoofdpunten van de bediening van een petroleummotor.
2. Verklaar het starten van een gloeikopmotor.
3. Geef een beschrijving van de voorbereiding en het starten van een dieselmotor van een trekker naar keuze en behandel ook het startsysteem.
Blad 231
|
Copyright © Gerard Hoogendoorn 2000-2010 |